Wel eens geprobeerd de besluitvormers een panklaar voorstel te geven, zodat besluitvorming in het geheel geen verrassingen meer geeft? En? Succes gegarandeerd? Nee he? Naast ratio is emotie en creativiteit niet altijd in die voorbereiding te vangen. In deze blog richt ik me op creativiteit…
Neem je het besluitvormingsproces onder de loep, dan kan je dat best aardig uiteen rafelen. Maar, als je dat doet, dan focus je op de ratio en zo’n zuivere rationele, systematische, benadering? Die is verre van volledig.
Creativiteit is nl. het missende stukje;
Een rationele, systematische benadering van het besluitvormingsproces voldoet alleen als deze wordt gecompleteerd door creativiteit. Ofwel, het is voor de leidinggevende noodzaak om creativiteit aan te wenden in het besluitvormingsproces. Het maakt z’n beeld completer en dus zijn besluiten beter.
Breder belang
Maar creativiteit is in veel breder belang van meerwaarde voor de organisatie. Het maakt ‘dubbel loop’ en ‘deutero’ leren mogelijk.
Die leidinggevende heeft dus een belangrijke rol in het ‘leren’ in de organisatie. Creativiteit moet niet worden dood geslagen. Maar wat is dan die creativiteit?
Een definitie
Creativiteit, het heeft vele definities meegekregen en wat daarbij overeen komt is het tot stand brengen van iets nieuws of iets oorspronkelijks, wat verbeeldingsvermogen vraagt. Niet onbelangrijk, het gaat ook over het vermogen om het product van creativiteit over te dragen aan anderen.
Creativiteit wordt verhinderd door o.a. uit te gaan van de verkeerde vooronderstellingen, te snel oplossingen willen (waardoor men zich afsluit voor alternatieven of suggesties van anderen), bang zijn voor het maken van fouten, teveel vertrouwen op ratio en simpelweg geloven dat je niet creatief bent. Kortom, er zijn nogal wat mechanismen in de organisatie aan te wijzen.
Werkingsmechanismen
Niet alleen in de persoon, ook in je organisatie kunnen mechanismen remmend werken. Remmend, ook op de (potentieel) aanwezige creativiteit!
De leidinggevende heeft een belangrijke rol in het wegnemen van de bedoelde remmingen. Denk bijvoorbeeld aan het wegnemen van de angst om fouten te maken. Juist een open fout-cultuur, waarbij het maken van fouten dus niet gevolgd wordt door repressie maar door de wil ervan te leren, is van positieve invloed op winst, competitive advantage en return on assets, zo is het resultaat van onderzoek door van Dijck (uit: intermediair 19 nov. 2009). Maar wat voor leiderschapstijl past daarbij?
Alleen al vanuit het oogpunt van het nemen van tijd in het besluitvormingsproces kan gesteld worden dat een participatieve leiderschapstijl hierin het beste faciliteert. Immers, in deze stijl wordt ruimte gemaakt voor alternatieven en suggesties van anderen.
Sanders en Nuijen
Naar analogie van het model van Sanders en Nuijen heb ik een korte schematische uiteenzetting gemaakt van de ruimte die creativiteit krijgt bij de type leiderschapsstijlen:
Ook hier spelen vele factoren een rol, zoals vertrouwen, opleidingsniveau van de medewerkers, de druk van de omgeving op de organisatie, etc. De grote lijn is wel dat creativiteit hand in hand gaat met vertrouwen, open fout-cultuur en het element tijd. En dat zijn elementen waar een leidinggevende bewust in kan voorzien al naar gelang de stijl die hij wenst te hanteren.
Schakelen
Ik wil hier nogmaals benadrukken dat het bewust kunnen schakelen tussen diverse stijlen een belangrijke kracht van de leidinggevende kan zijn. Dat vraagt schakelen in het denken van diezelfde leidinggevende. Dit schema helpt bij het bewust worden van de schakeling van stijl en de ruimte voor die creativiteit.
Kortom
Er wordt veel gevraagd van onze leiders. Schakelen en dat op het juiste moment en vanuit de juiste bedoelingen (niet om de eigen positie te versterken, maar om de organisatie zoveel mogelijk te dienen). Petje af voor die mensen die dit beheersen.
Wat me enorm raakt bij bovenstaand verhaal is de vergelijking met mijn eigen (overheids-)organisatie. Ruimte voor creativiteit is o zo belangrijk om het werk beter, sneller en efficiënter te maken. Lijkt me als belastingbetaler prettig te weten dat hier veel energie op zit. Maar ja, als je wordt gestuurd op het proces (loop je het gewenste loopje wel?) i.p.v. sturing op resultaat, dan besef je dat er sprake is van de ‘controleur’. Te weinig aandacht dus voor creativiteit. Of beter gezegd het kritisch vermogen om dubbel loop en deutero te leren. En dat is een droevige constatering.
Desalniettemin, het is te verklaren en stap voor stap ruimte creëren is wel degelijk mogelijk. Hierover de volgende keer meer.
Voorbeelden van remmende werkingsmechanismen (Hans Vermaak):
Splitsen en vergaderen: Door de complexiteit van het onderwerp wat je wil aanpakken wordt om betrokkenheid gevraagd van allerlei mensen. De reflex: bijeenroepen in vergaderingen. Gevolg: vergadercircuit groeit gestaag, maar coördinatiedruk neemt toe. Tegenreactie: structuur- en mandaatdiscussies, ergo splitsingsgedrag (men gaat vraagstukken toekennen aan individuen, rest ‘gaat er niet meer over’). Gevolg; coördinatiedruk neemt meer en meer toe. Reactie; toename overlegcircuits. De fixatie veroorzaakt door splitsen en vergaderen zorgt voor een roep om (verticale) sturing. Het management moet ervoor zorgen dat samenwerking wordt verbeterd. Er is dan sprake van ‘omhoog delegeren’. Gevolg; coördinatie wordt trager en generieker, en betrokkenen gaan duikgedrag vertonen. Eigen werk wordt onzichtbaar gemaakt, managementinstructies worden ontweken. Men gaat onderlangs van alles ritselen om, naar eigen inzicht, toch dingen voor elkaar te krijgen. Gevolg; nog minder onderlinge afstemming wat zorgt voor de roep om betere sturing vanuit het management. Die sturing, het coördinatievraagstuk, lukt dan niet en men gaat zich afvragen waar dat aan ligt, hetgeen wordt doorvertaald naar de schuldvraag. Maar door de vele factoren en actoren is die schuldige niet goed aanwijsbaar. Bovendien, als de schuldigen hun gedrag veranderen, dan worden de taaie vraagstukken niet plots beter hanteerbaar. Men moet toch verder met elkaar en oplopende spanningen roepen vervolgens een bedekkende tegenreactie op. Verschillen worden gesust, goede intenties benadrukt, zonder onderliggende spanningen te hanteren of tegenstellingen uit te werken terwijl dat wel nodig is om een vinger achter de vraagstukken te krijgen. De verwijten zullen daardoor vroeger of later toch weer opborrelen. Meer werkingsmechanismen, zowel remmend als vernieuwend, check het boek van Hans Vermaak. |